Zelden staat de altijd rustige John van den Berg met een mond vol tanden of van emotie met tranen in de ogen. Beiden waren zaterdag 20 april het geval bij de presentatie van zijn boek ‘Breken en bouwen aan een museum’, over het 35 jaar geworden museum Overschie. Het eerste exemplaar van zijn fenomenaal diepgaande boek ging naar Jantje Steenhuis, stadsarchivaris en directeur van het gemeentearchief Rotterdam.

Terwijl ze aan haar complimenteuze toespraak naar de 81-jarige John van den Berg bezig was, zwaaide de achterdeur van het museum open en stond daar uit het niets burgemeester Ahmed Aboutaleb in de melkfabriek, onderdeel van het bijzondere complex. Die had ook niets dan lof op het op vrijwilligers draaiende museum en in het bijzonder John van den Berg, de man van het eerste museum uur, dus ook de oprichter.

De later dit jaar scheidende burgemeester kwam niet alleen met mooie en lofvolle woorden, maar ook met de zilveren Erasmusspeld. Met enige moeite kwam de onderscheiding op zijn trui te zitten (‘meestal is er een revers’, zei de burgervader) tijdens het opspelden. Duidelijk geëmotioneerd pakte de ‘kleine grote man’ ook de fraaie bloemen aan.

Aboutaleb kreeg tijdens zijn krachtige speech ook de lachers op zijn hand toen hij de titel van Overschiese boek aanhaalde ‘Breken en bouwen aan een museum’. Met een glimlach: ‘Dat zou ook kunnen slaan op museum Boijmans…’ John van den Berg is een man van precisie en hij onderbrak de burgemeester tot twee keer toe door het toevoegen van extra juistheden in zijn verhaal. John verontschuldigde zich in zijn slotwoord voor het interpelleren. Aboutaleb: ,,Niet nodig hóór, ik ben dat gewend.’’